Statuten
Artikel 1. DIONYSUS is een club ontstaan in Geel op 5 maart 2008. De stichters zijn Nathalie Van den Eynde, Evy Vanbroekhoven, Martine Stals, Karolien Kempen en Britt Beckers.
Artikel 2. DIONYSUS is genaamd naar de Griekse god Dionysus. Dit is de god van de vruchtbaarheid, de natuur, de wijn, het plezier en de dans, het leven en de onsterfelijkheid
Artikel 3. De club telt enkel leden van het vrouwelijke geslacht en de leden zijn studenten en/of oud-studenten van de voormalige Katholieke Hogeschool Kempen, en huidige Thomas More Kempen en KU Leuven campus Geel.
Artikel 4. Het doel van DIONYSUS is om vriendschappen te sluiten voor het leven, om de Geelse vrouwen te verenigen en de studenten- en werktijd zo aangenaam mogelijk te maken.
Artikel 5. DIONYSUS zal met oog op haar doel niet concurreren met eender welke club, zowel binnen stad Geel waar ze gevestigd zijn, als buiten stad Geel.
Artikel 6. De officiële kleuren van DIONYSUS zijn paars en wit.
Artikel 7. De eretekens van DIONYSUS zijn een lint en een gepersonaliseerd wit hemd. Het lint wordt verkregen na de clubdoop en het hemd na de ontgroening. Het lint dient op elke activiteit met respect gedragen te worden. Alsook een gepersonaliseerd kledingstuk. Elke schacht draagt haar lint over de linkerschouder en elk volwaardig lid draagt haar lint over de rechterschouder.
Artikel 8. Het clubcodexlied is Het Geneverlied. Dit staat in de clubcodex op pagina 380 en dient volledig gekend te worden door alle leden. Naast dit clubcodexlied heeft DIONYSUS ook nog een aanvulling op Het Geneverlied. Dit gedeelte dient eveneens gekend te zijn door alle leden.
Artikel 9. De beheerders van DIONYSUS houden elke maand een clubvergadering.
Artikel 10. De club zal handelen vanuit haar officiële voorschriften, die beschreven staan in het K.V.H.V., in zoverre dat zij deze statuten niet tegenspreken of ervan verschillen.
Artikel 11. DIONYSUS waakt erover als club geen politieke, levensbeschouwelijke of religieuze standpunten in te nemen. De leden zullen er ook over waken dit niet te doen. Dit neemt niet weg dat iedereen binnen de club een eigen ideeëngoed mag hebben en dat ook mag verkondigen, zolang zij deze vrijheid van meningsuiting niet gebruiken om de club in slecht daglicht te stellen of strafbare feiten te plegen. De leden zullen erover waken hun mening te communiceren in een constructieve geest van vriendschap, zusterlijkheid, eerbied en vertrouwen.
Artikel 12. De club bestaat uit minstens vijf bestuursleden, namelijk praeses, vice-praeses die tevens schachtenmeester is, quaestor, ab-actis en cantor. De personen die deze titels hebben, dienen deze te respecteren en nooit te misbruiken. Er kunnen steeds bijkomende functies gecreëerd worden mits een unanieme overeenkomst tijdens de clubvergadering.
Artikel 13. De praeses staat boven de wet. Dit wil zeggen dat bij gebeurlijke fouten die zij zou begaan tegen de voorschriften van de clubcodex, geen straf op haar kan worden toegepast. Enkel de huidige praeses en oud-praesessen hebben een praeseslint.
Artikel 14. Op het einde van elk DIONYSUSjaar, tijdens het weekend van de ontgroening, wordt een nieuwe praeses voor het volgende jaar verkozen. Dit gebeurt volgens de vooropgestelde procedure.
Artikel 15. De vice-praeses vervangt de praeses als die niet aanwezig is. De vice-praeses is namelijk de rechterhand van de praeses.
Artikel 16. De vice-praeses is eveneens schachtenmeesteres. Als schachtenmeesteres zal zij instaan voor de clubdoop en ontgroeningsexamen van de schachten. Zij zal door de schachten als meesteres aangesproken worden.
Artikel 17. De quaestor beheert de clubkas met alle respect ten aanzien van de club. Zij geeft op elke clubvergadering de financiële toestand weer.
Artikel 18. De ab-actis maakt de verslagen van elke clubvergadering, zorgt ervoor dat elk lid dit verslag te lezen krijgt en past het verslag aan indien nodig.
Artikel 19. De cantor voorziet op geregelde tijdstippen conventen en cantussen. Zij zal deze eveneens voorzitten samen met de praeses.
Artikel 20. De taak van de coördinator bestaat erin om de organisatie van financierende jobs te voorzien.
Artikel 21. Als een beheerder ontslag neemt, dient er binnen de week een nieuwe beheerder aangeduid te worden door de overige leden van de club. De functie wordt tijdelijk opgevangen door een huidig beheerder.
Artikel 22. Naast de vijf beheerders telt de club ook leden. Dit zijn studenten en oud-studenten van de voormalige Katholieke Hogeschool Kempen en huidige Thomas More Kempen en KU Leuven campus Geel. De club kan ook ereleden bevatten. Het erelidmaatschap wordt jaarlijks herbekeken op de clubvergadering.
Artikel 23. Elk lid dat niet handelt volgens de vooropgestelde statuten en/of de club in diskrediet brengt, zal een waarschuwing krijgen. Bij een derde waarschuwing moet deze persoon de club verlaten. Zij moet dan haar eretekens terug aan de club bezorgen, waarvoor zij wel vergoed wordt.
Artikel 24. Alle kandidaat-leden dienen voorgesteld te worden op de clubvergadering. Als er bezwaren zijn kan dit gemeld worden aan het praesidium en wordt bekeken of deze bezwaren gegrond zijn. Indien dit hete geval is, wordt het kandidaat-lid alsnog geweigerd. Anders mogen de kandidaat-leden effectief schacht worden van DIONYSUS en na hun schachtenperiode ontgroend worden tot een volwaardig lid.
Artikel 25. Doorheen het jaar worden er een vast aantal opdrachten uitgedeeld aan de schachten. Om ontgroend te worden, moet elke schacht deze opdrachten volbracht hebben en dus een maximum score halen. Als ze niet alles kunnen verwezenlijken, worden er extra opdrachten bijgegeven. Hiermee kunnen ze hun tekort ophalen. De schachten moeten het maximum hebben om verder te gaan naar de ontgroening.
Artikel 26. Bij de ontgroening worden ze een laatste keer gecontroleerd op hun kennis over de club. De quotering wordt op voorhand vastgelegd door de schachtenmeesteres. Halen ze minder dan 60%, dan zijn zij gebuisd en hebben ze de keuze om nog een jaar schacht te zijn of om te stoppen. Halen ze meer dan 60% maar niet het maximum, dan kunnen ze dit tekort ophalen door een straf. Bij deze straf mogen ze hulp vragen aan hun meter. Wanneer ze het maximum halen worden ze ontgroend door de praeses.
Artikel 27. Elke schacht krijgt een meter toegewezen. Deze meter is een lid van de club. De meter staat de schacht bij, samen met de schachtenmeesteres, tijdens de periode dat de schacht zich bewijst om een volwaardig lid te worden. Eens deze periode voorbij is, volgt de ontgroening. Na de ontgroening worden de schachten volwaardige leden van DIONYSUS en zullen zij hun lint over de rechterschouder dragen en hun hemdje in ontvangst nemen.
Artikel 28. De schacht is dienstbetoon, respect en onderwerping verschuldigd aan de club, de schachtenmeesteres en aan haar meter. Als de schacht zich hier niet aan houdt, zullen er sancties volgen. Deze sancties worden besproken onder de clubleden. De schacht zal hier mondeling of via mail van op de hoogte gebracht worden.
Artikel 29. Elke schacht kiest zelf een clubnaam voor haar doop. Deze clubnaam moet wel aanvaard worden door de club. De schacht zal gedurende haar schachtenperiode en haar periode als lid van DIONYSUS met deze clubnaam aangesproken worden.
Artikel 30. DIONYSUS heeft een aantal verplichte activiteiten per jaar. Deze zullen tijdig mondeling of via mail meegedeeld worden.
Artikel 31. Deze statuten zijn normerend en algemeen geldend voor de werking van de club. Vandaar zullen zij aan alle leden bekend zijn en zullen zij door elke schacht en lid gekend zijn en als akkoord ondertekend worden.
Artikel 32. Eventuele wijzigingen in de statuten dienen besproken te worden tijdens de clubvergaderingen. Alle clubleden dienen aanwezig te zijn op die vergadering. De wijzigingen zijn mogelijk mits een unanieme toestemming van de club. De wijzigingen worden aan alle leden per mail kenbaar gemaakt.